Hoewel de Arbowet werkgevers verplicht om beleid te voeren tegen ongewenste omgangsvormen, bestaat er op dit moment nog geen wettelijke verplichting tot het aanstellen van een vertrouwenspersoon. Kamerlid Wim-Jan Renkema (GroenLinks) wil hier echter verandering in brengen en heeft daarom op 12 maart jl. een wetsvoorstel ingediend. Dit wetsvoorstel geeft iedere werknemer in Nederland het recht op toegang tot een vertrouwenspersoon. Bovendien verruimt het de mogelijkheid om invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van de organisatie ten aanzien van ongewenste omgangsvormen. Het wetsvoorstel ziet verder toe op de benoeming van de vertrouwenspersoon: de ondernemingsraad (indien aanwezig) zal moeten instemmen met de keuze en positionering van de vertrouwenspersoon. Tot slot beoogt de initiatiefwet vertrouwenspersonen betere bescherming te bieden door middel van een wettelijke (ontslag)bescherming. Dit versterkt de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie.
Het wetsvoorstel zal ertoe leiden dat meer organisaties een vertrouwenspersoon zullen aanstellen. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is voor een werkgever een mogelijkheid om invulling te geven aan de wettelijke verplichting om beleid te voeren tegen ongewenste omgangsvormen. Het betekent namelijk dat werknemers beter ondersteund worden als zij te maken krijgen met ongewenste omgangsvormen. Het draagt daarmee bij aan het verminderen en voorkomen van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer.
Aangezien het wetsvoorstel het aanstellen van een vertrouwenspersoon verplicht, heeft dit mogelijk financiële gevolgen voor werkgevers. Werkgevers die nog geen vertrouwenspersoon hebben, zullen die moeten aanstellen. Werkgevers zijn wel vrij dit naar eigen voorkeur te organiseren (intern, extern of via de brancheorganisatie).
De initiatiefwet zal in het najaar van 2020 worden besproken in de Tweede Kamer.